JD Vance geeft pijnlijk lesje over AI in Europa, dat was een van de krantenkoppen na zijn toespraak in Parijs.
Europa verdrinkt, zo lijkt het, nog altijd in regelgeving. En Vance is helder: Amerika bepaalt de AI-standaarden, Europa mag volgen.
Eerlijk? Ik was het helemaal niet zo oneens toen ik het hoorde. Want tot nu toe komt de grote innovatiedrive in AI uit Amerika. En ja — Yes, tot nu toe volgde we wel.
Maar de wereld is sinds de handelstarieven van Trump wezenlijk veranderd. Amerika is nog steeds een bondgenoot, maar het onderlinge vertrouwen heeft een knauw gekregen.
Dat is dan ook een van de redenen waarom wij investeren in AI-chatbotomgevingen die AVG-proof zijn — waarin we zeker weten dat de data hier, binnen de EU, wordt gehost.
Overigens: de bedenkers van zulke oplossingen zijn vaak briljante techneuten van Europese bodem. In ons geval: Nederlandse specialisten met een indrukwekkende staat van dienst. En zulke mensen zijn er overal in Europa — vakmensen die niet alleen AI-gedreven denken, maar ook de bredere samenhang van het digitale ecosysteem doorgronden.
Zo achterlijk als Vance ons neerzet zijn we dus allerminst.
We zijn hooguit wat voorzichtiger. Behoedzamer. En ja, misschien denken we soms ook iets té lokaal: ikke, ikke, en de rest kan stikken.
Wat me stoort in het privacydebat
Laat ik één ding verduidelijken dat me steekt in de hele discussie over privacy:
We zijn onze privacy allang kwijt. Onze gegevens liggen verspreid opgeslagen, op duizenden plekken.
Het verschil met AI is dit:Bij AI worden onze vragen — onze invoer — mogelijk gebruikt als trainingsmateriaal voor de Large Language Models (LLM’s).
Kort samengevat:
Zonder AI: data (invoer) zweeft ergens rondMet AI: data (invoer) wordt mogelijk hergebruikt
Garbage in, garbage outEn dan neem ik je graag mee naar de toekomst.
Wat me zorgen baart, is dat onze onzinnige vragen, onze persoonlijke trivialiteiten, massaal worden opgenomen in de trainingsdata van toekomstige modellen.Met als gevolg: slechte voeding = slechter model.
De AI-modellen die we tot nu toe gebruikten, waren grotendeels nog zuiver. Niet vervuild met onze emotionele ruis, onze oppervlakkige zoektochten of onze impulsieve uitspattingen.
Terug naar de kern: wij kiezen zelf wat we voeden
En daarmee kom ik weer terug bij het begin.
Het gaat er niet om of we de grote broer of zus volgen.Zodra we digitaal actief zijn — of dat nu via een app, social media of een LLM is — gaat het erom dat we:
- bewust kiezen wat we invoeren
- onszelf beschermen waar nodig
- de tijd nemen om uit te zoeken wat we écht willen delen
Kortom:Jij, ik, wij zijn zelf verantwoordelijk voor hoe we met digitale middelen omgaan.
Als volwassene heb je bovendien een voorbeeldrol voor de kinderen. Dus een beetje behoedzaamheid, en het gesprek voeren over dataveiligheid, schept weer meer inzicht en verheldering.
Want, inderdaad — waar ik het met Vance wél over eens ben:wij mensen moeten wakkerder en bewuster worden over hoe we digitaal handelen.