Wat de f*Ck AI
Pizza eten met Ina (De naam van vriendin heb ik veranderd)
We zitten ergens in een hoekje bij de Pizzabakkers. Het voelt een beetje weggestopt, maar voor deze keer vinden we dat allebei prima. Zelf voel ik me vandaag wat zwaar op de hand. Mijn leven lijkt even wat minder concreet. Er is niets om me echt zorgen over te maken, maar de vragen die door mijn hoofd spelen, voelen zwaarder en complexer.
Ina probeert me gerust te stellen:
“Maak je niet zo druk over jezelf.”
Haar toon klinkt wat pedant, maar ik slik mijn reactie in. Hoe zou ik eigenlijk willen dat ze reageerde? Ik weet het niet precies.
Waar ik al een tijdje mee rondloop, zijn vragen als:
Wat maakt ons mens?
Wat onderscheidt ons van AI?
En weet jij eigenlijk wat jou écht mens maakt? Wat je koestert en wilt?
Ineens stel ik de vraag hardop:
“Denk jij dat AI of een humanoïde robot emoties en empathie kan hebben?”
“Nee!” antwoordt ze resoluut.
“Wij mensen zijn juist mens vanwege onze gevoelens. AI heeft geen gevoelens. Een AI kan verdriet niet herkennen zoals wij dat doen, laat staan reageren zoals mensen dat kunnen bij het verdriet van een ander.”
Ik reageer sceptisch.
“Nou... ik weet niet of het altijd zo wenselijk is hoe mensen op verdriet reageren. Hoe was dat eigenlijk bij jou?”
Ina vertelt over een enorm ingrijpende periode in haar leven. Toen ze achttien was, verloor ze binnen een halfjaar haar moeder, oma en opa. Haar vader was al eerder overleden, en opeens was ze wees.
“Nou,” zegt ze, “in mijn geval was het best uitzonderlijk. Wie overkomt zoiets nou? Maar mijn nichtje heeft me toen enorm goed geholpen. Daar ben ik haar nog steeds dankbaar voor.”
Ik vraag verder:
“Maar stel dat je nichtje er niet was geweest. Hoe reageerden de andere mensen om je heen?”
Terwijl ze antwoordt, denk ik aan mijn eigen emoties toen ik mijn vader verloor. Destijds merkte ik de steun van anderen nauwelijks op. Hun woorden kwamen niet binnen. Ik moest snel weer functioneren: moeder zijn, werken, doorgaan. Mijn gevoelens stopte ik weg.
Ik vraag me af hoe het zou zijn geweest als er toen al AI was geweest, zoals ChatGPT. Misschien had ik dan troostende of bemoedigende woorden gekregen die wél binnenkwamen. Want nu doe ik dat regelmatig: ik raadpleeg ChatGPT steeds vaker om me ergens raad in te geven.
Met die gedachte verdiep ik mijn vraag:
“Stel dat AI tegenwoordig troostende woorden en teksten kan bieden… Wat is dan empathie? Wat zijn emoties? En zitten we daar eigenlijk altijd op te wachten? Want eerlijk gezegd vind ik dat mensen vaak niet de juiste woorden weten te vinden bij groot verdriet.”
Ina reageert:
“Wil je dan zeggen dat woorden de empathie van mensen kunnen vervangen? Empathie gaat over het begrijpen van een situatie, en inschatten wat iemand op dat moment nodig heeft.”
Ik:
“Maar dat kunnen large language models toch juist goed? Ze anticiperen op woorden, en lijken daardoor te begrijpen wat we nodig hebben.”
Ina:
“Misschien, maar dat betekent nog niet dat ze echt begrijpen wat er nodig is.”
Ik:
“Misschien schatten ze het nu nog soms verkeerd in, maar stel dat AI steeds beter wordt... Wat maakt ons dan nog mens?”
Ina:
“Ik snap je vraag niet helemaal. AI is een machine, door ons ontwikkeld. Het is en blijft een apparaat, zonder echte groei.”
Ik:
“Hm…” (ik denk: zou het nou écht zo simpel zijn, dat het ‘gewoon’ een machine is?)
en ik zeg:
“Dat dacht ik eerst ook. Maar ik begin daaraan te twijfelen. AI ontwikkelt zich continu door deep learning, dag en nacht. Onze manier van kennisverwerving zou daardoor fundamenteel kunnen veranderen. Hoe ervaar jij dat?”
Ina:
“Ik denk dat we ons minder druk moeten maken over AI, en gewoon mens moeten zijn. Want het leven is net een pizza – net zo chaotisch, soms slap en soms knapperig. Eet smakelijk!”